Het verbeteren van stijl in uw tekst

In deze blog gaan we dieper in op het verbeteren van stijl in je tekst. We geven adviezen en  stijlmiddelen die je teksten aantrekkelijker maken.

Schrijf duidelijk

Gebruik geen afkortingen:
Het te pas en te onpas gebruiken van afkortingen kan voor veel onduidelijkheid bij de lezer zorgen. Vermijd daarom het te vaak gebruiken van afkortingen. Zeker ook als de afkorting meerdere betekenissen heeft.

Afkortingen die algemeen bekend zijn kunnen wel gebruikt worden. Voorbeelden hiervan zijn: jl. (jongstleden), a.s. (aanstaande), tv en bijvoorbeeld CDA.

Gebruik geen vage woorden:
Schrijf zo concreet mogelijk. Denk hierbij aan de 5W & H in ons eerdere blog. Vermijd vaagmakers. Voorbeelden van vaagmakers zijn: langdurig, meestal, voortdurend, proberen, enkele, verschillende.

Gebruik geen voorzetseluitdrukkingen:
Een tekst wordt een stuk leesbaarder door het weglaten van voorzetseluitdrukkingen. Ze staan gewichtig en zijn altijd bruikbaar voor de schrijver, maar voor de lezer is het duidelijker als je ze vervangt door één voorzetsel.
Met behulp van wordt met
Voor wat betreft wordt over, voor
Ten gevolge van wordt door

Gebruik geen ingewikkelde zinnen:
Het is fijn als de lezer een tekst na één keer lezen begrijpt. Eindeloos lange zinnen waarin de schrijver in één keer veel informatie geeft, maken een tekst niet leesbaarder. Een goede regel is: per zin één gedachte.

Schrijf menselijk

Gebruik geen onpersoonlijke woorden
Gebruik in je tekst geen onpersoonlijke woorden zoals men en wie. Men kan na het parkeren een ticket halen. Wie na het parkeren geen ticket haalt krijgt een boete. Lezers voelen zich niet aangesproken en er wordt ook geen respect voor de lezer getoond. Beter is: U kunt na het parkeren direct een ticket halen.

Gebruik geen naamwoordstijl
Hier hebben wij al een geheel blog over geschreven. Als schrijvers zelfstandige naamwoorden gebruiken in plaats van werkwoorden, ontstaat de naamwoordstijl. Deze stijl is kenmerkend voor ambtelijk en wetenschappelijk taalgebruik. Vaak wordt het gezien als zakelijk, droog en saai. Zie voor voorbeelden ons blog van mei 2016.

Gebruik geen lijdende vorm
Het werkwoord van de lijdende vorm: worden of zijn geeft een onpersoonlijke en ouderwetse indruk. Vermijd daarom de lijdende vorm en gebruik liever actieve werkwoorden en persoonlijke woorden. Dus liever: ‘De jongens bespreken het met hun juf’ dan ‘Het wordt door de jongens met hun juf besproken.’

Gebruik geen clichés
Clichés zijn saai en afstandelijk en geven de indruk dat de schrijver niet veel moeite heeft gedaan voor de tekst. Probeer een beter alternatief te vinden, zodat de tekst weer aantrekkelijk wordt. Voorbeelden van clichés zijn: Hierbij delen wij u mede dat; Naar aanleiding van uw schrijven; In de hoop u voldoende geïnformeerd te hebben verblijven wij.

Schrijf concreet

Schrijf niet omslachtig
Bij een omslachtige formulering creëer je een compleet zinsdeel voor iets dat je ook in twee woorden kunt opschrijven. Zelfs in één woord. Bijvoorbeeld: Er is geen twijfel mogelijk dat die auto is gestolen wordt; Die auto is ongetwijfeld gestolen.

Geef voorbeelden
Met concrete voorbeelden gaat de tekst leven en vormen mensen een plaatje in hun hoofd. Op deze manier wordt een tekst beter onthouden.

Gebruik de tegenwoordige tijd
Uit zichzelf vertellen mensen in de tegenwoordige tijd, waardoor het verhaal actueler en levendiger wordt. Zo kun je een verhaal boeiend maken, alsof het nu gebeurt.

Toon

Gebruik positieve woorden
Laat zien wat er wél mogelijk is in plaats van wat er niet mogelijk is. Dus liever: De bibliotheek is elke woensdagmiddag geopend. En liever niet: De bibliotheek is alleen open op woensdagmiddag. Schep een positief beeld en creëer hiermee een positief imago.

Gebruik verschillende soorten zinnen
Varieer zinnen in lengte en in bouw. Veel dezelfde soort zinnen geven een saaie, slaapverwekkende indruk. Pas bovenstaande tips toe en wissel af in lengte én bouw. Je tekst wordt een stuk aantrekkelijker.

Woordenschat

Goede schrijvers hebben veel woorden tot hun beschikking. Ze hebben niet alleen een grote actieve woordenschat, maar zijn zich ook bewust van het gebruik van synoniemen. Staan er in een korte tekst vaak dezelfde woorden? Ga dan actief op zoek naar synoniemen. Kijk in een woordenboek of op internet.